DOE040

Dit is een artikel van Anemoon Langenhoff voor een Eindhovens zakenblad. Zij heeft heel mooi beschreven hoe Democratisch Onderwijs bij DOE040 er uit ziet.


Democratisch Onderwijs Eindhoven
laat onderwijs je ontwikkeling niet in de weg zitten

Leergierig en ijverig begon ik destijds mijn vwo-carriere, om zeven jaar later met hangen en wurgen een havodiploma te halen op een schooltje voor drop-outs. Ook mijn puberkinderen, van nature nieuwsgierig, zie ik worstelen met hun middelbare school, met vakken die ze niet gekozen hebben, met opdrachten waar ze het nut niet van inzien, met het cijfersysteem, met niet inspirerende lessen. Waar gaat het mis? Waar verdampt de nieuwsgierigheid?

Sinds de oprichting staat op het universiteits-terrein DOE, Democratisch Onderwijs Eindhoven. Initiatiefnemer en een ven de oprichters is Jacqueline de Thije- van Ewijk, zelf Vrije School leerkracht. Wat dreef haar bij het oprichten van een eigen school en wat is Democratisch Onderwijs? Jacqueline: “Ik had als kind al 101 ideeën over hoe onderwijs anders zou kunnen. Ook als moeder van kinderen, die vaak ongelukkig waren op school, ben ik steeds gaan uitleggen hoe het anders kon; ik was een 'lastige moeder'. Toen ik klaar was met dat alsmaar uitleggen dacht ik: 'dan ga ik het zelf maar doen' “. Ze richtte met een paar zielsverwanten DOE op, een van de achttien scholen in Nederland, geïnspireerd op het meer dan honderd jaar oude Summerhill in Engeland, en het in 1968 in de VS gestichte Sudbury Valley School. Kinderen op DOE hebben geen opgelegd rooster, geen verplichte vakken, doen alleen toetsen of examen als ze dat zelf willen. Ze kiezen zelf hun activiteiten, vanuit intrinsieke motivatie, daarbij gesteund door coaches en medeleerlingen. Jacqueline: “Als leerling ben je als het ware de 'kapitein van je eigen schip'. Je stuurt zelf je ontwikkeling. Dat maakt DOE ook wel 'de moeilijkste school van Nederland' omdat je leert verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen ontwikkel- en leerproces.” Het leven zelf is het curriculum: koken is ook rekenen en schrijven, boodschappen doen, sociale vaardigheden gebruiken, toch maar gaan voor groentesoep omdat biologische kippensoep wel heel duur blijkt te zijn. Jacqueline: “Je kun de ander niet laten leren, voor leren moet je ontspannen zijn en er zin in hebben. Gras groeit ook niet harder als je er aan trekt. Wij, docenten (24 docenten en begeleiders, van 4 uur tot 4 dagen per week) zijn het lichtend voorbeeld, er is geen dwang, wel proberen we te verleiden. We kunnen de kinderen uitnodigen en inspireren, door er te zijn met onze passie, ons beroep of de hobby die we hebben. Sommige kinderen worden er door gegrepen en willen dat ook. En we geloven in de kracht van serendipiteit: door toevallige ontdekkingen, waar je vaak meer van leert dan van een vooropgezet lesplan. Deze tijd vraagt om gemotiveerde mensen die helder kunnen communiceren, goed kunnen samenwerken en weten hoe kennis te vergaren en vervolgens te gebruiken in de maatschappij. Kennis gekoppeld aan zelfkennis, die krijg je als je jezelf, je dromen en wensen, zwaktes en kracht kunt ontdekken.”
Er zijn kinderen die zonder enig diploma de school verlaten, die weten wat ze willen en kunnen en dat gaan doen: mode ontwerpen, muziek maken, games ontwerpen, elektronicaspecialist worden, vaak als zelfstandig ondernemer. En er zijn kinderen die diploma's willen halen, van traditionele middelbare schoolvakken tot Japans; dat kan allemaal. Inge is 15 en wil onderwijskunde studeren. Op haar 14e deed ze VWO-examen Engels maatschappijleer en biologie en dit jaar haalde ze geschiedenis. Zo sprokkelt ze 1 voor 1 de gewenste vakken binnen. Jacqueline: “Voordeel is dat als je je focust op 1 vak, je dat in een paar maanden tijd kunt halen en de rest van het jaar de tijd hebt om andere leuke dingen te doen.”
Als docent vraagt het flexibiliteit: je breng iets in of gaat in op een vraag van een leerling. Tai chi-leraar Robert: “Het houdt je scherp, want boeit het niet, dan zijn ze weg. Ik probeer ze uit te dagen: wie kan het langst op 1 been staan, wie kan het langzaamst lopen?” Kleuterjuf Suzanne gaat zelf aan de gang met een activiteit: tekenen, knutselen, brood bakken. De kinderen worden nieuwsgierig en gaan nabootsen, meedoen. Suzanne: “Met een groep van 30 kleuters moet je directief zijn, anders kom je niet van A naar B. In kleine groepen kun je alle ruimte geven aan de eigen ervaring en nieuwsgierigheid, kun je onvoorwaardelijk opvoeden”.
De school is een niet-gesubsidieerde school. Docenten zijn ondernemer en factureren een klein bedrag per uur: ze investeren als het ware in de school met tijd. Ouders betalen driehonderd Euro per maand voor het eerste kind, 200 voor het volgende kind. Dat maakt dat er alleen mensen op doe zijn die daar heel graag willen zijn. Suzanne kon het zich gelukkig permitteren thuis minder inkomen in te brengen. Jacqueline: “De school is toch heel divers qua inkomensgroepen. Ouders vinden een oplossing, ze doen een auto weg, gaan buiten het hoogseizoen op vakantie (de school is maar 4 weken per jaar gesloten), pubers nemen zelf een baantje om bij te dragen, kinderen delen kleding en boeken”.

NOOIT NIETS DOEN
Op DOE zitten leerlingen van 4 t/m 21 jaar. De leerlingen zijn niet ingedeeld op leeftijd, er zijn geen klassen, zelf de kleuters, die een eigen plek in het ontdeklokaal hebben scharrelen vaak tussen de grote kinderen door. Jacqueline: “Kleine kinderen zijn ontwapenend en soms heel vervelend, want die moeten nog hun grenzen leren kennen. Grote kinderen nemen verantwoordelijkheid over de kleintje, worden rolmodel. Soms valt een krachtterm, maar dan zegt iemand anders: “Dat kan je niet doen, joh”, wijzend naar een kleuter. Er ontstaat op een natuurlijke manier een sociale orde, je hoeft 'm niet te organiseren.”
Kinderen die worden aangenomen vanaf andere scholen moeten vaak eerst 'ontscholen': de eerste weken/maanden en zelfs jaren hebben leerlingen (en hun ouders) nodig om zaken uit “het oude schoolsysteem” achter zich te laten. Fases van hangen en zich vervelen zijn nodig om actief en creatief te kunnen worden. Ook thuis kan een kind een andere houding gaan aannemen ten aanzien van 'autoriteit'. Ouders kunnen via de zogeheten ouderkring met elkaar delen over deze veranderingsprocessen. Jacqueline: “Vraag niet 'wat heb je vandaag gedaan', maar 'hoe was je dag?' Een vraag als 'Wat heb je vandaag gedaan' impliceert dat je iets moet 'doen', en met 'iets' denken ouders dan vaak nog aan vakken. Wij gaan er van uit dat een leerling leert bij alles wat hij doet, en nooit 'niets' doet”.

De school heeft een knusse huiskamer met tafels, stoelen en banken, een kasteel voor de kleuters, een tafeltennistafel. In de tuin is een trampoline waarop wild wordt gestoeid door een groep jongens van een jaar of 12, die gezamenlijk pauze hebben genomen van hun gamepassie. Medewerker Han sjouwt door de gang met aan een touw om z'n middel een meisje, op zoek naar handschoenen om een potje te gaan boksen. Een kleuter maakt iedereen aan het schrikken (er wordt welwillend geschrokken), een meisje van 7 wil graag zelf een foto maken van de fotograaf. De intercom kondigt de aanvang van een voorstelling aan in de studio, terwijl in het naaiatelier drie meiden zitten te werken, 1 met de nieuwsgierige baby van de textieljuf op schoot. Ze maken poppen die ze kunnen verkopen om zo aan geld voor nieuwe stoffen te komen. Een grote jongen wordt door Jacqueline aangehouden als hij door de hal skate: “Wat voor dag is het vandaag?” O ja, donderdag, skaten mag alleen op maandagen en vrijdagen, een compromis tussen liefhebbers en lasthebbers, waar de hele school mee heeft ingestemd. Aan de muren hangen teksten als ' Als je iets wilt, vindt je een manier, zo niet dan vindt je een excuus', en 'Rules would be easier to follow if we'd been involveld in making them'.

KRINGEN
De school is opgezet als minimaatschappij en wordt bestuurd door middel van sociocratisch georganiseerde kringen. Leerlingen en medewerkers kunnen hierin gelijkwaardig aan elkaar deelnemen, van vierjarigen tot de directrice. Wie op DOE iets wil veranderen, een regel wil in invoeren of juist afschaffen, schrijft een motie voor de schoolkring, die volgens een vaste structuur een besluit neemt. Iedere mening telt en wordt meegenomen in de aanscherping van de motie gericht op het doel en voortbestaan van de community. Het gaat om het hoogst haalbare, niet om het persoonlijk belang, iedereen moet zich happy voelen. Dat zijn intensieve processen. Sommige zaken hebben tijd nodig om tot een oplossing te komen. Jacqueline: “Kinderen leren zo verantwoordelijkheid nemen, op een empathische manier. Ze leren argumenteren en zich zorgvuldig uitdrukken. Onze school heeft zo'n driehonderd regels die zo zijn ontstaan en dus door ieder gedragen worden.” Deelname aan een bepaalde kring, de aannamekring, de communicatiekring, de feestkring, is niet verplicht: wie zich betrokken voelt of een belang heeft, komt. Elke laatste donderdag van de maand is er een infokring, waar geïnteresseerde ouders en kinderen kunnen komen kennismaken en rondkijken.
Op 1 april verhuisde de school naar de voormalige Prins Willen Alexanderschool in Veldhoven en kan daar uitgroeien tot 120 leerlingen. Daardoor komen er meer kinderen per leeftijd en wordt de school diverser. Er is een professionele keuken en de aangrenzende kinderboerderij wordt overgenomen voor bijvoorbeeld paardencoaching.

Als ik, geraakt en onder de indruk van zoveel nieuwe mindsets, het gebouw uitloop naar mijn auto, wordt ik ingehaald door Han, die met twee leerlingen de lekke autoband van een zojuist aangekomen moeder gaat verwisselen. Vol enthousiasme gaan ze aan de slag met krik en sleutel: “Han, kijk je even mee of ik niet te ver doordraai?” Han kijkt mee, met z'n armen over elkaar. Het gaat prima. Serendipiteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten